TY - BOOK
T1 - The fate and effects of micropollutants in a biological life support system
AU - Pycke, Benny
A2 - Leys, Natalie
N1 - Score = 30
PY - 2009/12/15
Y1 - 2009/12/15
N2 - Deze studie was de eerste om het lot en de effecten van micropolluenten te bestuderen in het kader van het Europese biologisch levensonderhoudend systeem, Micro Ecological Life Support System Alternative (MELiSSA). Het onderzoek concentreerde zich op de studie van een aantal model‐micropolluenten, zoals het biocide triclosan, de pijnstillers/anti‐inflammatoire genees‐middelen acetyl salicylzuur en diclofenac, en het anticonceptivum 17α‐ethinylestradiol. Tijdens de studie werd aangetoond dat de bacterie, Rhodospirillum rubrum ATCC 25903, kan weerstaan aan verwachte hoeveelheden biocide. De bacterie kan dit door de uitdrukking te verhogen van een aantal beschermingsmechanismes, zoals daar zijn efflux pompen, algemene stress mechanismes, en membraanstabiliserende proteïnen. Er kon bovendien de tussenkomst van een voorheen ongekende gen‐cluster aangetoond worden. De genen van deze cluster werden "micropollutant‐upregulated factors (muf)" genoemd, vermits ze heel sterk tot uitdrukking kwamen na blootstelling aan het biocide triclosan, maar ook na blootstelling aan het geneesmiddel, diclofenac. Deze genen zijn uniek voor Rhodospirillum rubrum ATCC 25903, en zijn van bijzondere interesse vermits ze niet alleen bij chemische, maar ook bij fysische stress tot uitdrukking komen. Het onderzoek bracht bijgevolg kennis bij omtrent de microbiële ecologie van R. rubrum ATCC 25903, en bracht nieuwe inzichten voort in de opbouw en werking van zijn genoom.
AB - Deze studie was de eerste om het lot en de effecten van micropolluenten te bestuderen in het kader van het Europese biologisch levensonderhoudend systeem, Micro Ecological Life Support System Alternative (MELiSSA). Het onderzoek concentreerde zich op de studie van een aantal model‐micropolluenten, zoals het biocide triclosan, de pijnstillers/anti‐inflammatoire genees‐middelen acetyl salicylzuur en diclofenac, en het anticonceptivum 17α‐ethinylestradiol. Tijdens de studie werd aangetoond dat de bacterie, Rhodospirillum rubrum ATCC 25903, kan weerstaan aan verwachte hoeveelheden biocide. De bacterie kan dit door de uitdrukking te verhogen van een aantal beschermingsmechanismes, zoals daar zijn efflux pompen, algemene stress mechanismes, en membraanstabiliserende proteïnen. Er kon bovendien de tussenkomst van een voorheen ongekende gen‐cluster aangetoond worden. De genen van deze cluster werden "micropollutant‐upregulated factors (muf)" genoemd, vermits ze heel sterk tot uitdrukking kwamen na blootstelling aan het biocide triclosan, maar ook na blootstelling aan het geneesmiddel, diclofenac. Deze genen zijn uniek voor Rhodospirillum rubrum ATCC 25903, en zijn van bijzondere interesse vermits ze niet alleen bij chemische, maar ook bij fysische stress tot uitdrukking komen. Het onderzoek bracht bijgevolg kennis bij omtrent de microbiële ecologie van R. rubrum ATCC 25903, en bracht nieuwe inzichten voort in de opbouw en werking van zijn genoom.
KW - micropollutants
KW - life support system
KW - Rhodospirillum rubrum ATCC 25903
UR - http://ecm.sckcen.be/OTCS/llisapi.dll/open/ezp_103418
M3 - Doctoral thesis
PB - UGent - Universiteit Gent
CY - Gent, Belgium
ER -