Abstract
Op de biosfeer impact studies afdeling van het SCK CEN wordt onderzoek gedaan naar het effect van radioactiviteit op het milieu. De oevers van de Grote Nete zullen in de toekomst als overstromingsgebied fungeren, maar de bodem is historisch gecontamineerd met onder andere radium afkomstig van de fosfaatindustrie. Er zijn verschillende factoren die de adsorptie en de beschikbaarheid beïnvloeden, waarvan de belangrijkste de bodemsamenstelling is. De mobiliteit van radionucliden hangt zeer sterk samen met de hoeveelheid organische componenten, en voor de meeste radionucliden in mindere mate met het type en gehalte kleimineralen, metaaloxiden en fosfaatverbindingen. Infraroodspectroscopie met foto‐akoestische detectie (FTIR‐PAS) is een veelbelovende analysetechniek om bodemsamenstellingen te schatten. Tijdens dit eindwerk werd deze techniek in gebruik genomen, en werd de meetprocedure met een optimale signaal‐ruis verhouding op punt gesteld. We stelden bibliotheken op met stalen met gekende samenstelling (kleimineralen, veldspaten, metaaloxiden, aluminosilicaten, humuszuren, bodems met samenstellingen op basis van XRD gegevens…), en dit bij verschillende temperaturen. In het FTIR OPUS SEARCH programma exploreerden we de verschillende mogelijkheden om bodemsamenstellingen te schatten. We combineerden ook de OPUS SEARCH© resultaten met handmatige spectrum substracties, en zetten de eerste stappen om een chemometrisch model op te stellen in OPUS QUANT©. Een tweede pijler van deze thesis is een reeks adsorptie experimenten met Ba‐113 als surrogaat voor Ra‐226 in vergelijking met de literatuur. Er wordt nagegaan of het adsorptiemodel van Langmuir gevolgd wordt.
Original language | English |
---|---|
Qualification | Other |
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Date of Award | 6 Jan 2020 |
Publisher | |
State | Published - 1 Jun 2020 |