Abstract
In deze thesis werden de vroege en late effecten bestudeerd op de corticogenese met behulp van de muis als model-organisme. De bestraling werd uitgevoerd met een lage (0.1 Gy) en een hoge dosis (1.0 Gy) op embryonale dag 15, omdat dit ontwikkelingsstadium overeenstemt met week 15 van de zwangerschap bij de mens. Voor de vroege effecten werd er gefocust op apoptose en celdeling. Hierbij kon dosisafhankelijke apoptose met een spatiotemporeel karakter aangetoond worden. Zes uur na bestraling is de graad van apoptose het hoogst in de VZ/SVZ, waaruit blijkt dat de precursoren het gevoeligst zijn voor straling. Vierentwintig uur na bestraling wordt er een verschuiving waargenomen naar de hoger gelegen IZ, wat het resultaat kan zijn van uitgestelde apoptose. Verder konden we vaststellen dat de afname in het aantal precursoren een rechtstreeks effect kan hebben op de verdere corticale laagvorming. Een minder besproken mechanisme voor apoptose, namelijk door straling geïnduceerde excitotoxiciteit doormiddel van de NMDAR-blokker MK-801, wordt bestudeerd.
Original language | English |
---|---|
Supervisors/Advisors |
|
Date of Award | 30 Jun 2016 |
Place of Publication | KULeuven |
State | Published - 14 Jun 2016 |